‘Het is niet wat ik zeg, het is wat ik laat zien’
4 oktober 2014
Arletta Albers onderzoekt de relatie tussen werkplezier van de leerkracht en het werkplezier van leerlingen. ‘Als ik mezelf hoor zeggen ‘ze luisteren helemaal niet, dan is er werk aan de winkel. Voor mijzelf. Luister ik naar de mensen in mijn groep, ben ik geïnteresseerd in wat ze te zeggen hebben? Hoe laat ik dat zien?’ Een artikel in een reeks. ‘Het is niet wat ik zeg, het is wat ik laat zien. Dus practice what you preach.’Waarmee begint leren? Hoe leer ik? Wanneer leer ik? Wanneer is mijn bereidheid het grootst? Wanneer heb ik er plezier in? Wanneer wordt dat wat ik leer ook echt iets van mij? Wat is leren eigenlijk?Vragen die regelmatig door mij heen gaan als ik zelf voor een groep sta maar ook wanneer ik in een klas aan het observeren ben. Is het wat je zegt waardoor de ander in beweging komt of is het door iets wat je doet?
Toen ik jaren geleden op een Pabo lesgaf kwam de uitdrukking ‘Practice what you preach’voor mij voor het eerst voorbij. Die zin sloeg in als een bom. Het werd me helder waarom ik soms de ander niet kon bereiken. Als ik echt verbinding heb met wat ik vertel, als ik zelf doe wat ik de ander probeer te leren, alleen dán kan ik het ook overbrengen. Pas dan ben ik geloofwaardig en authentiek.
Deze processen spelen zich af op onbewust niveau. Wanneer gedrag en boodschap overeenstemmen, sta ik als ontvanger open. In het onderzoeksgebied rond communicatie noemt men dit congruent zijn. Gesproken woord en gedrag vallen samen. Er is ontdekt dat wij iemand pas geloven wanneer zijn woorden overeenstemmen met zijn non-verbale taal en gedrag.
Is dat het geheim van die geweldige leraar die we allemaal wel ergens ontmoet hebben?We zeggen over die geweldige leraar bijvoorbeeld dat het zo een goede verteller was. Of dat hij had passie voor het vak, dat hij je écht zag en hoorde.
Hij kon je enthousiasmeren - voor bijvoorbeeld aardrijkskunde - omdat hij zelf zo enthousiast was. De man (of vrouw) had plezier in wat hij deed en kon door zijn passie het vak op alle mogelijke manieren levend houden. Hij wist hoe mij kon betrekken in zijn verhaal. Leren was boeiend en leuk.
Werkplezier begint in de basis bij mezelf; als leraar, als trainer, als coach, als mens. Ik heb de opdracht mezelf - steeds weer - uit te dagen en plezier te vinden. Zowel inhoudelijk, pedagogisch als didactisch. Ik ben het die onderzoekt waar mijn plezier vandaan komt en ik voed me met de dingen die dit werkplezier kunnen vergroten.
En wat zien mijn collega’s, leidinggevende en leerlingen wanneer ik aan het werk ben?Die zien iemand die er zin in heeft. Iemand die vindt dat hij een geluksvogel is die het leukste werk van de wereld heeft. Iemand die oplossingen blijft zoeken voor dat wat hem/haar belemmert.
Het idee van werkdruk krijgt dan een andere lading. Het zijn geen taken meer die ik moét doen, nee ik mag ze doen. Hoe dichter ik kom bij wat ik leuk vind, bij wat ik met bezieling kan vormgeven, hoe minder druk ik ervaar. Hoewel ik het vandaag de dag misschien wel drukker heb dan ooit, voel ik die druk niet. Integendeel, mijn werkzaamheden verschaffen energie.
Practice what you preach gaat dus over laten zien wat je hoopt dat ook de ander bereikt. Het gaat over jouw waarheid voorleven, omdat je niet (meer) anders kunt. En vanuit die houding de opening vinden bij studenten of leerlingen, ze prikkelen om even in jouw waarheid te duiken. Zo komen ze er misschien achter dat dit voor hen ook van waarde is. Dat geldt niet alleen voor de inhoud, maar nog meer over de attitude.
Als ik hoop dat de mensen met wie ik werk nieuwsgierig blijven, dat ze kennis tot zich willen nemen, dan mag ik ook nieuwsgierig blijven.
Als ik hoop te bereiken dat de iemand naar zijn eigen gedrag kijkt, of een open houding heeft naar een ander, zal ik dit in mijzelf ook mogen aanboren.
Het is niet wat ik zeg, het is wat ik laat zien. Dat spiegelen mijn groepen me voor, dat spiegelen mijn cliënten mij voor, dat spiegelen mijn eigen kinderen mij voor. Dus als ik mezelf hoor zeggen: ‘Ze luisteren helemaal niet.’Of: ‘Het interesseert ze niet’, dan is er werk aan de winkel. Voor mij. Luister ik naar de mensen in mijn groep, ben ik geïnteresseerd in wat ze te zeggen hebben? Hoe laat ik dat zien?
Voor mij komt daar het woord plezier om de hoek kijken. Als ik op deze manier werk, komt er leven in. In mijn werk, in mij. Er is contact, er is openheid. Het lesgeven wordt weer een uitwisseling in plaats van eenrichtingsverkeer.
Arletta Albers is bezig om het werkplezier van leraren te vergroten. Ze doet dat via haar eigen bedrijf. Zij schreef eerder het artikel: 'Inzicht in de drama-driehoe leidt topt werkplezier van leerkracht én leerling'
Reacties