Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Geloof mij meester, jij kent ons anders dan wij elkaar'

10 april 2016

'Het is best mogelijk dat één kind niet veel weet, maar in zo’n groep is er altijd wel iemand die het beter begrijpt.' Janus Korczak schreef dit meer dan honderd jaar geleden en Rob Bekker hoort hetzelfde terug in de woorden van zijn leerling Ifrah. Hoe de cirkel van praktijk en theorie zich voltrok. 

flockIfrah: 'Meester, jij weet niet wat hij bedoelt. Jij weet niet wat hij doet. Jij weet niet wat hij vandaag al doet. Wij zijn de hele dag in de klas, samen in de klas. Jij niet. Ik weet hoe hij dat bedoelt, ik hoor dat vandaag al. Wij zijn de hele dag samen, wij kennen elkaar. Jij kent ons ook maar anders. Hij bedoelt zo en zo. Ik weet dat. Iedereen in de klas weet dat. Jij weet dat niet. Geloof mij, meester.'

Dat wat ik niet versta, dat wat ik niet begrijp, welke sporen laat dat na? Krijgt het alle tijd om te bestaan buiten mij?

Ons lokaal vertelt een verhaal. Er is druk om het elk jaar af te breken.
Kleine taferelen resteren, een schots en scheef beeld van taal en teken dat herhaald in een mal lijkt gedwongen. Zoals de ouden piepen, knarsen de jongen. Je hebt het ene onmachtige format nog niet afgeworpen of aan gedwarreld komt al het volgende. Maar wanneer het is geland, is het op je nederige lichaam zwaar als een grafsteen. Draag die niet alleen. Wat weten mijn taalgezellen met wie hier alles wéér lukt, van de last die mij dagelijks meervoudig neerdrukt? Hoe dragen zij bij, onbedoeld, aan die last; en hoe dragen zij mee, zonder weet, aan die last en aan het licht dat dagelijks schijnt in de klas? Samen kennis maken die past als een jas.

Wat Yeats schreef levend houden, alle dagen, elk uur: 'Onderwijs gaat niet om het vullen van een emmer maar om het ontsteken van een vuur.' Bij Korczak las ik wat ik al van een leerling hoorde. Hij schreef het honderd jaar geleden, zij las het nooit. Voor mij waren het uit haar mond zijn woorden, de cirkel van praktijk en theorie voltooid.

Uit 'Het recht van het kind op respect' (Janusz Korczak):

Als volwassenen ons erom zouden vragen, zouden we hen nog met menige goede raad van dienst kunnen zijn. Wij weten immers het beste wat ons bezighoudt, omdat wij meer tijd hebben om naar onszelf te kijken en over onszelf na te denken. Omdat wij vaker bij elkaar zijn, kennen wij elkaar ook veel beter. Het is best mogelijk dat één kind niet veel weet, maar in zo’n groep is er altijd wel iemand die het beter begrijpt.

Op het gebied van ons eigen leven en onze zaken zijn wij de experts. We houden alleen onze mond, omdat we niet goed weten wat we wel en wat we niet mogen zeggen. Wij zijn niet alleen bang voor volwassenen, maar nog meer voor onze vriendjes, die het niet met ons eens willen worden, die de boel liever in de war schoppen en die in het troebele water van ruzie en ontevredenheid vissen naar eigen voordeel. Als ik volwassen was geweest, had ik gezegd: “Anarchie en demagogie.” 

Bij Janus Korczak las ik wat ik van Ifrah Ali Maow hoorde.
Hij schreef het honderd jaar geleden, zij las het nooit.
Voor mij waren het uit zijn pen haar woorden,
de cirkel van praktijk en theorie voltooid.

Rob H. Bekker is docent Nederlands op de Internationale Schakelklassen in Utrecht, een openbare school voor leerlingen die geen of weinig Nederlands spreken.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief