Barbara Wolff
Acht jaar geleden begon ik met een studie pedagogische wetenschappen. Erg breed, ik wist nog niet precies wat ik wilde worden, als het maar om kinderen zou gaan. Na mijn bachelor mocht ik een onderzoeksmaster 'child behavior and education' gaan doen. Er was één docent, die iets 'bijzonders' in mij zag en me aanspoorde deze master te gaan doen. En zo leerde ik, als Amsterdamse bevoorrechte adolescent, dat dit cliché echt bestaat: er hoeft maar één iemand te zijn die je ziet, die iets in je ziet en je net dat duwtje in de rug geeft om een andere, nieuwe, weg in te slaan.Tijdens mijn onderzoeksmaster verdiepte ik me in kansenongelijkheden en ging onderzoek doen naar onderwijskundige kwesties. Ik beschouwde onderwijs als hét verheffingsmiddel en dat doe ik nog. Ik ging stage lopen bij de gemeente van Amsterdam, kwam tot de conclusie dat beleid schrijven, net als onderzoek schrijven, op een kantoor niet was wat ik wilde.
Via een uitzendbureau kwam ik ruim twee jaar geleden bij de Internationale Schakelklassen in Utrecht terecht. En ik weet nu, dit is waar ik hoor. Ik probeer de praktijk te combineren met onderzoek doen, maar de kinderen gaan altijd voor.