Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Fouten maken mag! Of toch niet?

25 september 2017

'Als we spreken over fouten, geven we daarmee aan dat er een verdeling is in goed en fout. Er is dus ergens een grens tussen die twee. Dit denken geeft voeding aan een collectief mentaal model dat bepaalt hoe het wel en niet 'hoort'. We maken kinderen duidelijk dat fouten maken niet erg is, dat het nodig is om te leren. ‘Ik heb zelfs een tijdje geroepen dat fouten maken MOET. Maar daar ben ik niet meer zo zeker van...’ Jack Provily schreef er een blog over.

calculator-scientificAls we spreken over fouten, geven we daarmee aan dat er een verdeling is in goed en fout. Er is dus ergens een grens tussen die twee. Dit denken geeft voeding aan een collectief mentaal model dat bepaalt hoe het wel en niet 'hoort'. Dit model stuurt ook ons handelen in opvoeding en onderwijs. We gaan daardoor oordelen over wat een kind goed doet en wat er fout gaat. Wat fout gaat, moet aangepakt en veranderd worden.

Dit laatste past uitstekend bij het machine-denken, een ander mentaal model waardoor we menen dat alles maakbaar is en moet voldoen aan gestandaardiseerde normen. Dit lukt bij niet-levende materie, maar gaat niet op voor alles wat groeit en bloeit. We proberen dat wel in de vleesindustrie en land- en tuinbouw, maar weten inmiddels ook welke gevolgen dat heeft.

In de 'vrije' natuur echter accepteren en waarderen we de diversiteit en unieke eigenschappen van alles wat leeft. We vinden bijvoorbeeld niet van die eeuwenoude eik met zijn bijzondere vorm dat de groei van takken aan schaduwzijde asymmetrisch verloopt. De eik wordt gefotografeerd en geprezen vanwege zijn schoonheid, precies zoals het is.

Dit in tegenstelling tot opvoeding en onderwijs. We oordelen voortdurend over onze kinderen en vertellen ze wat ze fout en verkeerd doen. Uiteraard zeggen we daarbij dat het om het gedrag en/of het werk en niet om de persoon gaat. De vraag is echter of dat wel zo binnenkomt.

vujevicNick Vujicic vertelt jongeren in inspirerende lezingen dat ze goed zijn zoals ze zijn, dat ze er mogen zijn, dat uiterlijk er niet toe doet, dat hij onvoorwaardelijk van ze houdt. Nick heeft zelf geen armen en benen. Stoere jongens worden stil en kijken naar de grond, meisjes kijken met grote ogen vol herkenning naar deze bijzondere man. En er wordt gesnikt, gesnotterd en gehuild. Klaarblijkelijk hebben ze zich nooit goed genoeg gevoeld....

Maar hoe kan het ook anders?

Het begint al bij de consultatiebureaus die aan ouders vertellen dat hun kind zich niet 'volgens de lijn' ontwikkelt. In de eerste jaren op de basisschool kunnen kinderen een knipachterstand (!) oplopen, hun motoriek voldoet niet aan de norm, hun spraak blijft achter, hun spelontwikkeling verloopt niet volgens de leerlijnen.

Op je zesde jaar moet je twaalf letters kennen, op je zevende moet je in het leesproces zitten (maar ook niet te ver!). Met ontwikkelingsvolgmodellen, gestandaardiseerde toetsen en daarmee samenhangende groeps- en individuele plannen denken we dat we het onderwijs maakbaar hebben gemaakt volgens de wetten van het machine-denken. Er moet een product worden afgeleverd en via procedures zorgen we daarvoor.

En ondertussen zeggen we tegen kinderen dat onze beoordelingen niet over hen gaan, maar over hun werk of gedrag. Kinderen ervaren dat innerlijk echter niet zo. En terecht! We oordelen en veroordelen en plakken er stickers op.

Kinderen hebben begeleiding in hun leven nodig. Iemand die hen serieus neemt, naast ze staat, helpt, ondersteunt, een zetje geeft, tegenhoudt, confronteert, loslaat, een complimentje geeft, laat ervaren, meebeweegt, etc. Kortom, ze hebben iemand nodig die onvoorwaardelijk van ze houdt. Ze hebben niets aan een ‘inspecteur’ die oordeelt, zijn/haar wil oplegt en vertelt wat ze verkeerd en fout doen en hen niet serieus neemt.

Als we onze opvoeding en ons onderwijs anders willen doen, zullen we onze mentale modellen moeten wijzigen. Dat laatste is niet eenvoudig. Bij een crisis of enorme omwenteling in ons leven, lukt dit redelijk onbewust.

Een bewuste paradigmashift vraagt iets anders. Paul Verhaeghe (psycholoog, auteur van o.a. Identiteit) leert ons dat dat alleen mogelijk is door eerst ons taalgebruik te wijzigen. Verander je taal en je gedrag verandert. Zolang je denkt in goed en fout en daarover spreekt, lukt het dus niet om onbevooroordeeld met kinderen om te gaan. Onvoorwaardelijk van mensen houden betekent het dat je ze accepteert zoals ze zijn, net als die eeuwenoude eik.

Dieren maken geen fouten. Als een kat op je schoot gaat spinnen, zeg je ook niet dat ze dat te zacht doet. Als je hond de zee in springt, happend naar de golven, vertel je hem ook niet dat dat geen zin heeft. Als er vogels tegen je raam aanvliegen, plak je er een sticker op.

Mensen maken ook geen fouten. Mensen zijn wie ze zijn en doen dingen zoals ze ze doen. Laten we daarom stoppen met oordelen...

Jack Provily is werkzaam geweest als leerkracht, intern begeleider en directeur in het Primair Onderwijs. Sinds augustus 2012 is hij onderwijsbegeleider. Dit is zijn website Zo Mooi Anders.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief