Escalaties op school: over de keuze tussen 'ben je boos' of 'ben je baas?'
12 januari 2016
Tumult op de ISK in Utrecht, waar jong volwassenen - doorgaans veel asielzoekers en vluchtelingen - onderwijs krijgen. Rob Bekker, al 29 jaar taaldocent op deze bijzondere plek, krijgt iets van de escalaties op het schoolplein mee. Net als zijn leerlingen. De les die volgt, staat niet in de planning. Er volgt een half uur waarin er vragen worden gesteld, verhalen worden gedeeld over hoe je met ruzie omgaat, die tot inzichten leiden. Over de keuze tussen: ben je boos of ben je baas? Rob Bekker geniet. Van deze jonge mensen, van het gesprek te midden van al die ingewikkelde keuzes waarvoor ze in hun leven worden gesteld.In de tweede helft van de tweede pauze, afgelopen vrijdag, waren ruim tien collega’s actief om een ruzie te de-escaleren. Doordat er ook snel twee politiewagens op de stoep stonden; en de leerlingen beneden aan de trap moesten wachten voor ze naar hun lokaal konden – was er bij de deur van het lokaal enige emotie bij mijn leerlingen voelbaar, zichtbaar en hoorbaar.
We hebben ongeveer een half uur gesproken over wat de leerlingen hieraan hebben beleefd. De vragen die ze wilden bespreken, waren:
Waarom is deze jongen nog op school als hij dit al 100 keer heeft gedaan?
Waarom doet hij dit?
Wie is het?
We hebben niet al die vragen besproken, ik heb uitgelegd waarom ik de derde vraag niet opportuun achtte. Bij de tweede vraag ging het antwoord al gauw over de wereldsituatie, over hoe mensen met stress omgaan, hoe de oorlog in je kan zitten, ook als jij op dat moment lichamelijk uit de oorlog bent.
Zo kwamen we ook, vanuit het gegeven dat deze jongen(s) een van ons is, tot de conclusie dat we eerst binnen de school zaken oplossen en mensen niet meteen buiten zetten als ze overlast geven. Dat snapte ook de leerlinge die nog nooit in haar leven ruzie heeft meegemaakt. (Zij komt uit een harmonieus gezin en wist niet wat ze op afstand meemaakte vandaag; anderen in de klas komen zelf uit de oorlog en ze kunnen bijna onbewogen kijken naar wat er gebeurde; en al hebben ze zelf niet de behoefte om hun hart te luchten, ze konden goed ruimte maken voor het afvoeren van de emoties van klasgenoten).
Er kwamen mooie voorbeelden langs van wat deze jongen zou kunnen opsteken van de Krachtles, maar we hebben ook besproken dat je soms deskundige hulp van buiten de school nodig hebt. Ik was onder de indruk van hoe een leerling vertelde over hoe hij gisteren op zijn voetbalclub niet was ingegaan op een jongen die ruzie zocht, hij kreeg applaus van de klas. De anderen leerden van de jongste van de klas hoe je 'bij jezelf' kan blijven, hoe een ander niet bepaalt of jij ruzie krijgt.
De keuze tussen: ben je boos of ben je baas?
Er kwam een vierde vraag, over veel meisjes uit één land die aan het huilen waren in de gang. We hebben besproken hoe boosheid vaak een andere vorm van verdriet is; en over hoe jongens hun verdriet vaak omzetten in actie tegen anderen of zichzelf, en hoe meisjes hun verdriet vaak dichtbij zich houden of inslikken.
Na een half uur waren de geesten weer vrij om het dictee dat ze hadden geleerd te gaan maken.
Het was een leerzame les, hij stond niet in de planning. Ik weet niet wie ik hiervoor kan bedanken en hoe het nu met hem gaat,
dat verhaal zweeft nog ergens tussen zender en ontvanger. Maar eigenlijk weet ik ook wel wie ik bedank: de leerlingen die aangaven dat dit, nu belangrijk was; de leerlingen die hun vragen in de klas deelden; de leerlingen die in staat waren om naar elkaar te luisteren en om met elkaar op te denken over de ingewikkelde keuzes waarvoor jonge mensen worden gesteld.
Nu zitten ze voor mijn neus allemaal aan een nieuwe Leren2-opdracht te werken, in nieuwe groepjes, met een nieuwe hoofdvraag.
Er is sprake van een zeer geanimeerde sfeer, met af en toe een vraag voor mij tussendoor.
Rob H. Bekker is al 29 jaar docent Nederlands op de Internationale Schakel Klassen in Utrecht.
Reacties