Een centrale eindtoets op maat, wél of geen goed idee?
24 maart 2013
De Tweede Kamer debatteerde vorige week over de invoering van een centrale eindtoets voor alle scholen en leerlingen. Of leerkrachten hun leerlingen een toets op hun eigen niveau kunnen laten maken, was een belangrijk onderwerp van gesprek. Uit een enquête bleek dat een meerderheid van de schoolbestuurders dit 'toetsen op niveau' een goede ontwikkeling vindt. Maar onderwijsdeskundigen verschillen van mening. Een bijdrage uit de nieuwsbrief van de PO-raad: 'Twee visies op toetsen-op-maat'.Jaap Dronkers is hoogleraar Onderwijssociologie aan de Maastricht University Roel Bosker is hoogleraar Onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hun betoog.
Jaap Dronkers: 'Met twee toetsen bevorder je sociale ongelijkheid
,,Stel je eens voor dat de ouders van een leerling uit groep acht in scheiding liggen. Haar leraar ziet haar ermee worstelen en staat net op dat moment voor de keuze of hij haar een havo-of vwo-advies moet geven. Het wordt havo, omdat de leraar denkt dat ze door haar thuissituatie het vwo nu niet aankan.
Datzelfde effect krijg je wanneer je eindtoetsen op twee niveaus aanbiedt. Je houdt dan namelijk altijd leerlingen die het hogere niveau best aankunnen, maar toch de makkelijkere toets maken en onvoldoende worden uitgedaagd. Het gaat daarbij met name om kinderen met laaggeschoolde ouders en kinderen van migranten. De leraar bepaalt voor een groot deel welke toets het kind maakt. En hoe het er bij zijn leerling thuis aan toe gaat en waar die vandaan komt, speelt bij de keuze van die leraar altijd een rol. Nee, dat is geen diskwalificatie van de leerkracht. Zo werkt het gewoon. Vroeger al. Toen werd tegen meisjes gezegd dat ze heus geen wiskunde hoefden te leren. Ze gingen tóch trouwen.
Ik zie echt wel dat er ook kinderen zijn die zenuwachtig en onzeker worden bij het maken van de eindtoets en dat zij daarom slechter scoren. Die kinderen zijn misschien wel gebaat bij een makkelijkere toets. Maar het argument om het bij één toets te houden, omdat je anders dus sociale ongelijkheid bevordert, vind ik veel zwaarder wegen.In het ideale geval zou je leerlingen een adaptieve toets laten maken. Een test op de computer die zich helemaal aanpast aan hoe goed het kind presteert. De leraar heeft er geen invloed op waardoor je een veel beter beeld krijgt wat een leerling echt kan. Bovendien worden álle leerlingen dan voldoende uitgedaagd, ook diegenen die beide huidige eindtoetsen met twee vingers in de neus zouden maken. Voor die laatste groep wordt nu niets gedaan.
Lees dit interview verder in nieuwsbrief 6, maart 2013 van de PO Raad
Reacties