De groep als leider: ouders en leerlingen denken mee over onderwijs
14 december 2011
Co-creatie leidt tot aanpassing van diensten en producten, zodat het op maat gemaakt wordt voor de klant. Binnen scholen kan dit ook, door leerlingen en ouders mee te laten denken over de waarden, omgangsvormen en inrichting van het onderwijs. Een genie kan alleen excelleren door een omgeving die stimuleert. Concurrentie en competitie zijn niet de waarden waarmee de wereld zal blijven bestaan. Samenwerking is het sleutelwoord. Blaine Greteman schreef erover voor Ode Magazine, Dit is haar bijdrage.De groep als leider
Niet concurrentie, maar samenwerking is de sleutel tot succes.
Wat hebben Shakespeare, Elvis, Henry Ford en Picasso gemeen? Ze zijn voorbeelden van genialiteit, of het nu op artistiek of economisch gebied is. Creativiteit wordt vaak getypeerd als een geïsoleerde uiting van een kunstenaar of ondernemer, die zijn ziel in iets grandioos legt. Maar uit onderzoek is gebleken dat genieën in werkelijkheid vaak juist niet in eenzaamheid werken.
De Bard was niet alleen Shakespeare, maar een groep auteurs onder wie Thomas Middleton en de schrijver Thomas Dekker, die het grootste deel van zijn volwassen leven in een schuldenaarsgevangenis doorbracht. Elvis was een geluid dat ook wel Sun Records had kunnen heten, naar het samenwerkingsverband van de producent Sam Phillips en de musici die in zijn opnamestudio zaten.
De kunstenaar en musicus Brian Eno stelt voor de term ‘genie’ te vervangen door ‘scenie’, om meer nadruk te leggen op de creativiteit die voortkomt uit een groep of omgeving. ‘Scenie staat voor de intelligentie en intuïtie van een hele culturele scene’, stelt Eno. ‘Het is de groepsvariant van het begrip genie.’
‘De afgelopen eeuw is 'waarde' gedefinieerd als de productie van goederen en diensten door een toeleveringsketen, en hebben we getracht die te automatiseren en verbeteren’, zegt Venkatram Ramaswamy, hoogleraar bedrijfseconomie aan de universiteit van Michigan. Van oudsher werden producten bedacht en vervolgens verkocht aan de klant, een model dat mooi wordt weergegeven door de beroemde uitspraak van Henry Ford: een klant kon ‘een auto krijgen in elke kleur die hij maar wil, zolang het maar zwart is’.
Maar sinds de komst van internet, vertelt Ramaswamy, ‘kunnen voor het eerst in de geschiedenis de ontvangers van een bepaalde waarde kritiek uitoefenen op de waarde die iemand voor hen probeert te produceren’. Via recensies op internet laten klanten merken dat ze hun waardering en kritiek nu kunnen uiten; dat ze reclamehypes genadeloos doorprikken.
Bedrijven kunnen niet meer om de invloed van de consument heen. Zo dook de aandelenkoers van Dell omlaag toen een gebruiker blogs met de titel Dell Hell had geschreven over zijn ervaringen met de klantenservice van het bedrijf.
In een reflex proberen bedrijven dit soort kritiek te negeren, sommige gaan zelfs anoniem via internet in de aanval. Maar dat kan averechts uitpakken, zo merkte de Amerikaanse energiegigant PG&E op. Een van de topmannen moest ontslag nemen nadat bloggers hadden onthuld dat hij onder pseudoniem had meegelezen op discussiefora van boze klanten, die hun verzet tegen het beleid van het bedrijf organiseerden. Volgens Ramaswamy kunnen zulke missers beter worden beschouwd als een kans om samen met belanghebbenden waarde te scheppen.
Samen scheppen – of ‘co-creatie’, zoals Ramaswamy het noemt – is een eenvoudig begrip. In zijn visie vormen consumenten en producenten één ecosysteem, waarbij ze samen deelnemen aan een ervaring die voor beide partijen waarde creëert. Slimme bedrijven als de Deense speelgoedmaker LEGO maken van dit proces gebruik. De bekende legoblokjes zijn immers slechts stukjes plastic, totdat kinderen ermee aan de slag gaan. De laatste jaren gaat het bedrijf nog een stap verder in die samenwerking en mogen liefhebbers het softwareprogramma Digital Designer downloaden om nieuw speelgoed te ontwerpen en soms wordt het daaruit voortkomende speelgoed daadwerkelijk geproduceerd.
De LEGO-serie Architecture is uit deze vorm van samenwerking voortgekomen. Meer dan 400 miljoen mensen nemen deel aan het My LEGO Network, waar ze online ideeën uitwisselen, spelletjes spelen en bouwen. Firma’s als Face Group in Londen laten nu aan andere bedrijven zien hoe co-creatie op grotere schaal kan worden toegepast: ideeën worden voorgelegd aan internetgemeenschappen van duizenden jonge gebruikers, die producten, diensten en ontwerpen bekritiseren, verfijnen en voorstellen. LEES VERDER.
De vier factoren van het ‘scenie’
‘Wie gesteund wordt door een 'scenie', handelt als een genie. Je krijgt inspiratie van gelijkgestemden en van je omgeving’, schreef de auteur en technoloog Kevin Kelly over Brian Eno’s ideeën over de creatieve invloed van het scenie. Kelly heeft ook vier factoren aangewezen die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van een scenie:
* Wederzijdse waardering
Scenie zorgt voor positieve groepsdruk, waarbij de groep stimuleert tot vernieuwing en vriendschappelijke concurrentie.
* Snelle uitwisseling van middelen en technieken
Goede ideeën worden snel doorgegeven binnen de groep, door leden van de groep uitgewerkt en verbeterd.
*Netwerkeffecten van succes
Successen worden toegeschreven aan de groep, wat tot nog meer succes aanzet.
* Kleinschalige tolerantie voor innovatie
De groep fungeert als buffer tegen de druk aan conventies te conformeren en als plek waarin ‘vreemde’ reacties mogen plaatsvinden.
Reacties