Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Dag van de Leraar: ‘Zoals je dat zegt, Luc, lijkt het zo simpel, eerst het kind en dan de leerling’

5 oktober 2015

Op de avond voor ‘De Dag van de Leraar’ ging Rob Bekker aan zijn schrijftafel zitten en overdacht het leraarschap. Zíjn leraarschap, en zijn verhouding tot zijn leerlingen. Tot zijn leidinggevende. Citaten van Charlotte Visch, Luc Stevens, Kees van der Wolf, Vincent van Gogh zoemen rond. Citaten die hem geprikt hebben. Omdat ze te makkelijk of juist ondoenlijk klonken. Citaten die iets zijn gaan betekenen. ‘Door te lezen voel ik me soms letterlijk in gesprek’, begint Rob zijn overdenking. Een uitnodiging tot lezen en spreken.

Boekenkast artikel Liesbeth Breek BiestaDe kunst die onze school verbindt, is de kunst van het gesprek

Door te lezen voel ik me soms letterlijk in gesprek;
je hebt gelijk Charlotte, als ik de zaken omkeer
weet de leerling die de weg kwijt lijkt het weer
maar eerst nog even niet wat hem overkomt
en er ontstaat een nieuwe ruimte gebouwd op humor,
de omkering waarover jij het had twee jaar geleden.

Het is vaak zo lachen als het misgaat en dan gaat het
dus niet mis maar anders. Ik zeg ze en weet niet
of ze het horen, dat het nu nog niet gelukt is.
Dan heb ik het dus niet over geluk maar misschien
zou jij dat er juist ook nog in bedoelen
want je plaatst dat woord nooit per ongeluk
in een zin, zet het zelfs het liefst vooraan. Gelukkig

voel ik me door te lezen vaak letterlijk in gesprek;
zoals je dat zegt, Luc, lijkt het zo simpel, eerst het kind
en dan de leerling. Ik vond het een paar jaar geleden bijna flauw
en doe nou eindelijk die dichte deur eens open, daarna
vond ik het eigenlijk ingewikkeld maar misschien is dat
doordat de kinderen adolescenten zijn op mijn school
zonder naam waar we de beginselen van de Nederlandse taal
bijbrengen aan jonge mensen die nog maar kort in
dit kleine land aan het eind van grote rivieren
zijn. Eerst de adolescent zien en dan de leerling, gek
eigenlijk dat ik daar moeite voor moest doen
toen ik nog de leraar was die ik niet wil zijn.

Ik denk nu dat ik toen ook een teamleider bij me had
die de teamleider was die hij niet graag wou zijn,
dat ik nog braaf leed onder het nemen van geen leiding
waar geen leiding maar enkel controle was.
De leidinggevende die met divide et impera
angst zaait maar van je eist dat jij in de klas liefde oogst,
de blinde leidt de ongelukkige.

Hoe ben ik uit dat harnas gestapt?

Bij mij moest het eerst heel erg worden. Grauw, verknipt,
cynisch. Met oude middelen sloeg ik me er doorheen,
stond ik uiteindelijk alleen. Ik trok me terug
in een grote binnenwereld (dat is niet enkel bij autisten,
Charlotte) die zich buiten de school bevond.
Dat was me al eens eerder overkomen –zie ik vandaag-
toen ik studeerde in zaaltjes aan de Emmalaan, de Ramstraat,
Achter de Dom. Het was een tijd van feesten met een masker op.
Leren kwam er tussendoor soms van. Ik heb goede vrienden
van na die jaren, eerst nog door diepe sloten gebaggerd,
op moddervoeten weinig vooruit komend alsof ik me graag
in de klei liet vastzuigen, het lichaam wist dat het tijd was
voor een pas op de plaats. Dat mocht toen nog

en misschien nu weer, uit de hysterische mobiliteit stappen
totdat je indianenhart is aangekomen
op de plaats waar je voeten al zijn.
Toen ik 21 was, toen ik 52 was,
misschien heb ik het nu geleerd:
eerst de mens zijn, dan de leraar.

Deze maand vraagt mijn leidinggevende wat ik van hem verwacht
want we gaan met ons team binnenkort naar een dislocatie
en hij binnenkort ook nog eens onder het mes.
Nadenken over leiding nemen, geven en uitbesteden.

Ook als ik niet lees, ben ik graag in gesprek. Het gesprek
is de kunst die de losse onderdelen van mijn school verbindt.
Zit er storing op de lijn, kraakt de verbinding, dan zit er geen
muziek in de samenwerking, er zit een barst in de plaat.

Het gesprek met mijn leidinggevende gaat zo:
De vraag is goed. Je timing begrijp ik misschien niet.
De verwachting die ik heb van degene van wie ik leiding neem,
is niet afhankelijk van een verhuizing of een operatie met herstelperiode.
Ik neem leiding van wie een leider is. Mijn antwoord is dan ook kort:
ik verwacht een leider die weet wat ik nodig heb & wat ik kan.
Ik verwacht een leider die aansluit bij wat ik doe, zoals ik aansluit
bij wat mijn leerling doet, ervanuit gaande dat zhij goed is.
Ik verwacht een leider die mij laat groeien waar ik kan & waar ik moet.

Jij bent net als ik een frontliniewerker en een evenwichtskunstenaar,
wij draaien niet op routine maar net als Vincent van Gogh het beschreef:
we zijn op zoek en weten het niet zeker, in die zin zijn jij en ik artiesten
en -anders dan ik bij Luc meen te lezen- zijn wij
en zijn ook onze leerlingen
elkaars coulissen en elkaars applaus.
Wij hebben eerst de kinderen
en meteen daarna elkaar hard nodig.
Jij moet net als ik de hele dag differentiëren
om eerst de mens en dan de leraar te zien.

De beginnende leraar vraagt anders
van je dan de leraar sinds jaren.
Collega’s die op hun tenen lopen te presteren
en zichzelf aftroeven en de maat nemen,
ervaren die al genoeg dat je van ze houdt?
Zouden zij baat hebben bij aristocratisch leiderschap,
dat is leiding geven zonder er je best voor te doen.
Kom maar kijken in mijn klaslokaal: een sterk team
laat je los en je volgt met vertrouwen.
Is het zo onduidelijk
genoeg voor je?

Dat vraagt op het eind de oude Chinees
die het ook niet weet
die ik graag lees
graag spreek

Rob H. Bekker, op de Dag van de Leraar

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief