Biesta over Levinas' ideeën en de toegang tot het volwassen in-de-wereld-zijn
22 december 2015
De Joods-Franse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) vormt een belangrijke inspiratiebron voor het denken (en het werk) van Gert Biesta, zoals zichtbaar is in zijn meest recente boek, Het Prachtige Risico van Onderwijs, en nog sterker in zijn nieuwe boek The Rediscovery of Teaching (gepland voor 2016). Biesta zelf schreef een artikel voor het magazine Van12tot18 waarin hij eer betoont aan Levinas. 'Tegenover de idee van de mens als ‘meaning making animal’ verschijnt bij Levinas de mens als een wezen dat 'onderwezen kan worden' en dat in de ontmoeting met die ervaring toegang krijgt tot diens volwassen vrijheid en vrije volwassenheid.'
Sinds Socrates wordt het werk van de docent wel vergeleken met dat van een vroedvrouw: onderwijs als het naar buiten brengen van wat in feite al in de student aanwezig is, maar waar de student nog niet helemaal weet van heeft. Dat docenten niet veel meer zouden kunnen doen dan het faciliteren van leerprocessen, vooral omdat leren uiteindelijk iets is dat je alleen zelf kunt doen, is een gedachte die vooral met de opkomst van constructivistische leertheorieën het denken en doen in het hedendaagse onderwijs sterk heeft beïnvloed. Daarmee lijkt de slinger zich weer sterk van de leerstof naar het kind/de leerling te hebben bewogen, net zoals ongeveer 125 jaar geleden met de opkomst van de reformpedagogiek, en zo’n 250 jaar geleden met Rousseau’s Emile.
Maar is het inderdaad zo dat alles in het onderwijs teruggebracht kan worden tot leren? En dat het de taak van de docent is om het leren van kinderen en jongeren mogelijk te maken, maar dat het uiteindelijk allemaal aankomt op wat leerlingen zelf doen? Betekent dat ook dat de relatie tussen leerling en docent alleen begrepen kan worden als een relatie waar leerlingen van hun docent kunnen leren – net zoals ze bijvoorbeeld van een boek of een website kunnen leren – maar dat het ten principale onmogelijk zou zijn dat leerlingen door docenten onderwezen worden? En speelt daar misschien op de achtergrond ook nog het feit mee dat de moderne mens de ervaring van ‘onderwezen worden’ als een inperking van vrijheid ervaart, en daarmee als iets dat niet alleen als onmogelijk maar vooral ook als onwenselijk wordt gezien?
‘Onderwijzen is niet terug te brengen tot een vorm van verloskunde.
Het komt van buiten mijzelf en brengt me meer dan ik bevat.’ Emmanuel Levinas
De hierboven geciteerde zinnen van Emmanuel Levinas suggereren dat we juist op een heel andere manier naar de docent-leerlingrelatie zouden moeten kijken, namelijk in termen van ‘onderwezen worden.’ 'Onderwezen worden' betreft de ervaring waarbij er iets in het doen en denken van de leerling aankomt dat radicaal van buiten komt; iets onverwachts en ongedachts. Dat ook dit tot de dynamiek van het onderwijs behoort, lijken we te zijn vergeten vanuit onze neiging om vooral zelf overal betekenis aan te willen geven en vooral zelf onze conclusies te willen trekken, en precies daarin onze vrijheid te lokaliseren.
Dat we in ons leven van tijd tot tijd ook aangesproken worden, dat er soms dingen van ons gevraagd worden die lastig zijn en die we misschien helemaal niet zouden willen, laat zien dat de ervaring van 'onderwezen worden' een appel doet op onze volwassenheid, voorbij het louter op onszelf betrokken zijn. Zo bezien is de ervaring van 'onderwezen worden' geen inperking van onze vrijheid, maar juist een bevrijding uit het met onszelf zijn, een bevrijding van een bestaan waarin we alleen maar doen waar we zelf zin in hebben en ons niet bekommeren om wat dat betekent voor wie en wat er buiten ons bestaat.
Daarmee wijst het citaat van Levinas allereerst op het pedagogisch belang van de ervaring van 'onderwezen worden', omdat deze ervaring in feite de toegang opent tot een volwassen in-de-wereld-zijn. Maar daarachter maakt Levinas ook een belangrijk filosofisch punt door de menselijkheid van de mens niet te lokaliseren in het vermogen om betekenis te verlenen aan de wereld om ons heen, maar die juist te verbinden aan het vermogen om aangesproken te worden. Tegenover de idee van de mens als ‘meaning making animal’ verschijnt bij Levinas de mens dus als een wezen dat 'onderwezen kan worden' en dat in de ontmoeting met de ervaring van onderwezen worden toegang krijgt tot diens volwassen vrijheid en vrije volwassenheid.
- Levinas, E. (1961). Totaliteit en oneindigheid. La Haye: Martinus Nijhof
Gert Biesta is hoogleraar pedagogiek en onderwijskunde aan Brunel University London en sinds januari 2015 geassocieerd lid van de onderwijsraad. Zijn werk richt zich met name op de theorie van opvoeding en onderwijs en op de theorie en filosofie van pedagogisch, onderwijskundig en sociaal-wetenschappelijk onderzoek.Vanaf 1 april 2016 bekleedt hij de NIVOZ-leerstoel Pedagogische dimensies van onderwijs, opleiding en vorming met bijzondere aandacht voor processen van humanisering en persoonsvorming. (ondergebracht bij de Universiteit van Humanistiek).
Meer over Emmanuel Levinas achter deze link
Drie afleveringen , eerder uitgezonden bij IKON
Reacties