Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Alleen verbeeldingskracht, de koning van alle menselijke vermogens, is in staat de wereld te bezielen’

27 juni 2014

Bart Hommersen -  hoofdredacteur van het blad Vruchtbare Aarde - las vorige week de wanhoopskreet van schoolleider Jeroen Goes over de maniakale toetsgekte in het onderwijs en zat nog dezelfde dag bij een lezing van Gert Biesta,  in Amsterdam. Hommersen zette zijn eigen overpeinzingen op papier. 'Alleen verbeeldingskracht, de koning van alle menselijke vermogens, is in staat de wereld  te bezielen.’

romaOoit studeerde ik aardrijkskunde. Lang geleden inmiddels. Maar ik herinner me mijn keuze nog goed. Al spoedig had ik spijt. Ik had aardrijkskunde gekozen omdat ik van reizen hield, en van de onderdompeling in andere culturen. Maar ik bleek mijn dagen te vullen met cijfers.

Eigenlijk schijnt 1970 een omslagpunt te zijn geweest. Op universiteiten veranderde toen iets fundamenteels. Psychologiestudenten ontdekten tot hun ontzetting hoeveel tijd ze dienden te besteden aan ratten. De mens zelf was ongrijpbaar. Geografen bestudeerden afstanden en andere meetbare zaken.

In de donkere uren lieten we ons inspireren door Fellini’s ‘Roma’ Een filmische poging het geheim van Rome te pakken. Een filmisch meesterwerk in de lijn van de 19e eeuwse Franse dichter Baudelaire die ‘verbeeldingskracht’ de koningin aller menselijke vermogens had genoemd. ‘Alleen verbeeldingskracht,’ zei hij, ‘is in staat de wereld te bezielen.’

Maar geografen wisten niets van bezielen. Het deed er zelfs niet toe of iets mooi of lelijk was, want dat was emotioneel en dus niet wetenschappelijk. Zo kon het gebeuren dat we als geografen ondergebracht werden in een doos met lange, rechte gangen en sfeerloze collegezalen waarin het daglicht nauwelijks doordrong. Een deprimerend en inmiddels afgebroken gebouw. Lijstaanvoerder van de top tien van lelijkste gebouwen van Nederland.

En toen kwam ik het boek Toscaanse miniaturen tegen van Vrije Schoolleraar Kunstgeschiedenis Mark Mastenbroek. Ik herinner me de opwinding die zich van me meester maakte. Het ongeloof dat iemand de ‘binnenkant’ van steden als Siena, Gubbio en San Gimignano zo kon raken. En door wist te dringen tot het wezen van steden als Rome en Parijs en daarbij de ene na de andere fascinerende samenhang wist bloot te leggen.

Ach, dit soort overpeinzingen overvalt een mens bij het lezen van de wanhoopskreet van schoolleider Jeroen Goes uit Bilthoven over de maniakale toetsgekte van onze tijd.

Stel je voor – zegt hij, in een poging een beeld te vinden om de waanzin van de hedendaagse meetcultuur aanschouwelijk te maken – dat politiek Den Haag zou besluiten ‘dat de gemiddelde lengte van de Nederlander straks met twee centimeter gegroeid moet zijn’. En ‘dat wie de nieuwe lengte straks niet haalt, faalt.’

citoIn dit hypothetische geval zullen we met de vinger naar het voorhoofd wijzen. Den Haag heeft niets te zeggen over de lengte van Nederlanders. Dat weet iedereen. Maar waarom, zegt de Bilthovense schoolleider, zou dat anders liggen met de Cito-score van kinderen? Waarom denkt de staatssecretaris dan wel dat kinderen op commando kunnen groeien? Waarom wil de staatssecretaris de gemiddelde Cito-score met twee punten naar 537 laten stijgen?

Jeroen Goes is ontzet door de uitwassen van de Haagse meetcultuur: ‘Als dit alles niet zo visie-loos zou zijn geweest zou ik er hard om moeten lachen, maar het tegendeel is waar. Ik voel me verdrietig en kan wel janken. Het is een ontwikkeling die snoeihard doorslaat naar de druk op kinderen. Nog meer ouders, en neem van mij aan dat ik deze gesprekken meer en meer voer, voelen de druk op de prestaties. Zij weten dat de mening van de leerkracht van het BO er steeds minder toe doet, het gaat om harde cijfers.

‘Ouders leven van Cito naar Cito en geven deze druk door aan hun kinderen. Gesprekken gaan niet meer over het geluk van de kinderen maar over ‘A’ tjes en ‘Een-en’ en ‘Twee-en’. Maar… deze kinderen zijn net ‘uit de dop’. Ze willen niet de meetlat naast zich hebben liggen. Ze willen nog geen deel uitmaken van deze maakbare prestatiemaatschappij. Ze willen leren, ontdekken, falen, vallen, opstaan, fouten mogen maken…’

Een paar dagen geleden zat ik bij een lezing van de Luxemburgse hoogleraar Educatie Gert Biesta in Amsterdam. Een sprankje hoop ging er van deze man uit. Hij is ten slotte een vooraanstaande onderwijspedagoog die luid en duidelijk waarschuwt dat de slinger aan het doorslaan is. Niet alleen in Nederland, maar in heel West-Europa.

We volgen – aldus Biesta – met onze nadruk op het meten van kinderen een veel te beperkte visie op goed onderwijs. ‘Toetsen en meten we wel wat we waardevol vinden? Of zijn we waardevol gaan vinden wat er gemeten wordt?’

Een oude en heel herkenbare vraag.

Gert Biesta wijst op de verbrokkeling. Studenten die elkaar niet meer ontmoeten en in hun eentje studeren, ieder voor zich zo snel mogelijk door het curriculum racen en geen of te weinig weten van compassie en kritisch denken; die geen idee hebben wat het is om samen te werken.

 Lees verder

Bart Hommersen is hoofdredacteur van het blad Vruchtbare Aarde en van huis uit geograaf, met een speciale belangstelling voor communicatie. Zijn uitdaging in het driemaandelijkse magazine: Op een leesbare wijze door proberen te dringen tot de binnenkant der dingen.

Links:

Kanamori en Vruchtbare Aarde


Vruchtbare Aarde besteedde eerdder uitgebreid aan de Levenslessen van meester Kanamori en het bezoek dat hij bracht aan Nederland (via hetkind) in september 2012.

kanaaa

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief