Afstudeer-experiment Vrij lezen: 'Tegen de verwarming is het druk, onder de kapstok ook'
16 juni 2015
Pabo-studente Marit Koster werd gevraagd een afstudeeronderwerp te bedenken. Ze wilde haar leerlingen zélf aan het denken zetten over wat zij willen. 'Meer en meer besef ik hoe we als leraren rennen, vliegen en voorbijgaan aan de kinderen in de haast waarmee we onze drukke roosters afwerken.' Marit ging het experiment aan met haar kinderen: ze mochten voortaan ‘vrij lezen', twintig minuten, elke dag. Hoe, waar en wat? De kinderen mochten het helemaal zelf invullen. Haar blog: 'Tegen de verwarming is het druk, maar onder de kapstok ook.'Als ik mijn ogen sluit, zie ik ze voor me. Mijn leerlingen, 28 stuks, allemaal rond negenjaar. In die korte tijd dat ze op school zitten, hebben ze al veel móeten doen. De huidige generatie basisschoolkinderen is gewend aan de almaar doorgaande cyclus van 'doelen bespreken, oefening en toetsing'. Meestal ondergaan ze die gewoon. Ze weten niet beter. Maar af en toe, heel af en toe komt er iets van besef…
In het kader van een praktijkonderzoek voor mijn afstuderen ben ik met een groep kinderen aan de slag gegaan. Ik had vooraf bedacht dat ik ze iets wilde laten doen, waarbij vooral hun eigen motivatie, interesse en plezier centraal moest staan. Het moest ook een project worden van ons: de kinderen en ik.
Vooraf heb ik ze - heel hbo - een vragenlijst laten invullen. Deze lijst bevat vooral vragen over hun interesses, hun mening en over wat hen bewoog. Gedresseerd als ze zijn, werden meteen de tafels uit elkaar gezet. Toen ik daar naar vroeg, zei één van de kinderen weinig bewogen: ‘Dat doen we toch altijd wanneer we een toets krijgen?’ Op zulke momenten heb ik met ze te doen.
De week erna ben ik gestart met mijn project: samen met de kinderen twintig minuten per dag Vrij lezen. De enige voorwaarde die ik gesteld heb, is dat we allemaal ongestoord moeten kunnen lezen. Hoe, waar en wat mochten de kinderen zelf weten. Uiteraard las de juf zelf ook. Gedurende die twintig minuten bleef de hoge stapel nakijkwerk onaangetast.
Twintig minuten, waarop de kinderen in diepe rust lazen. Tegen de verwarming was het druk, onder de kapstok ook. De meeste tafeltjes bleven leeg. Ik zag kinderen met stripverhalen, dikke pillen, muziekboeken, poëzieboeken en ik-leer-lezenboekjes: ‘Want die vond ik toen ik klein was zo leuk’.
De sfeer was een verademing. Meer en meer besefte ik hoe we rennen, vliegen en voorbijgaan aan de kinderen in de haast waarmee we onze drukke roosters afwerken. De laatste vijf minuten verwerkten we regelmatig onze gelezen stukken. Een kort briefje aan de hoofdpersoon, een reclamespotje voor een goed boek. Ze hebben me verbaasd door verrassend uit de hoek te komen toen ze met elkaar spraken over de personages uit hun boeken.
Ik deed een tussenmeting om te kijken hoe de kinderen halverwege het project tegen boeken en lezen aankeken en kreeg veelal positieve reacties. Termen als: super, geweldig en heel leuk, waren veelvuldig aanwezig. Zelfs de kinderen die helemaal niet van lezen houden, vonden het ‘beter dan gewoon lezen’. Onderaan het blad van mijn tussenmeting had ik ruimte overgelaten om iets te schrijven wat ze nog aan me kwijt wilden. Eén van de kinderen had opgeschreven: ‘Ik vind deze vragenlijsten zo leuk, juf.’
Blijkbaar is het iets bijzonders dat er gevraagd wordt naar wat kinderen beweegt. Doe het eens, en laat ze eens vrij om te lezen en tegelijkertijd te leren wat ze willen. Ik beloof dat je er veel voor terugkrijgt.
Marit Koster studeert dit cursusjaar af aan de Pabo van de Christelijke Hogeschool Ede. Haar afstudeeronderzoek gaat over het bevorderen van leesplezier.
De kinderen op de foto's zijn niet afkomstig uit Marits klas.
Reacties