Paul Frissen is decaan en bestuursvoorzitter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) te Den Haag. Ook is hij hoogleraar Bestuurskunde aan Tilburg University, en lid van het adviesorgaan Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Frissen promoveerde in 1989 cum laude op het proefschrift ‘Bureaucratische cultuur en informatisering’.

 

Frissen is sceptisch over de resultaten van overheidsbemoeienis, en vooral over de toenemende overheidsbemoeienis tot achter de voordeur. In zijn boek De staat van verschil (Van Gennep, 2007) bekritiseert hij het gecentraliseerde gelijkheidsdenken. In Gevaar verplicht. Over de noodzaak van aristocratische politiek (2010) betoogt hij dat politieke elites over bijzondere deugden moeten beschikken omdat het gevaar van de staat – het monopolie van het geweld - verplichtingen schept.

 

In De fatale staat. Over de politiek noodzakelijke verzoening met tragiek (2013) betoogt hij dat een staat die de tragiek niet aanvaardt gevaarlijk is. In zijn laatste boek Het geheim van de laatste staat (Boom, 2016) beschrijft hij waarom een volledig transparante wereld juist afschuwwekkend en totalitair is.