Nivoz Jaarverslag 2019

72 • • • Ooit, aan het eind van mijn studie Engels, bewan­ delde ik twee parallelle sporen: richting onderwijs en richting journalistiek. Het kwam ervan dat ik in de lerarenkamer van mijn oude middelbare school, waar ik een paar weken full­ time inviel, de schooltelefoon pakte om nog een paar korte aanvullende interviews te doen voor het universiteits­ blad, waar ik net als jongste bediende ‘chef Engelse pagina’s’ geworden was. Het gebeurde in dezelfde week dat de afdelingsrector én de hoofdredacteur mij een baan aanboden. Ik koos voor het schrijven. Maar er sluimert al jaren iets. Er zijn tegenstrijdige beelden en adviezen die beurtelings bovenkomen. Mijn vaders broer – leraar Duits – die mij het onderwijs, haar cultuur, haar statuur stellig afraadde. Mijn stagedocent mid-jaren negentig, die zelf aan het door­ branden was en een uiterst slecht voorbeeld vormde. De jaren, direct daarna, waarin ik docent was voor studenten Nederlands op UCL in Lon­ den en optrok met een groep prachtvrouwen van 70 jaar oud, met wie ik hoofdstukken van mijn scriptieauteur deelde. En dan is er mijn moeders vader – elf jaar voor mijn geboorte overleden – die op zwartwit foto’s vaak rijzig en fier afgebeeld staat te midden van zijn schoolklas van vijftig kinderen. De parallelle sporen van toen lijken toch aan de horizon bij elkaar te komen. Niets gaf me dit jaar meer voldoening dan het lerarenpodium beklim­ men. Een verhaal te vertellen. Een theorie uit de doeken te doen. Het gastheerschap van de onderwijsavond ‘kunst als educatie’ en de boekpresen­ tatie van Rob Martens ‘Wij moeten spelen’. Maar ook aan het meezoeken naar bete­ kenis in de anekdotes van deelnemers in de trajecten Pedagogische Tact. Ik zeg al jaren dat bij NIVOZ mijn liefde voor het schrijven en dat voor het onderwijs bij elkaar komen. Maar eigenlijk gebeurt het nu pas echt. • • • Geert Bors Schrijven en onderwijs, samen

RkJQdWJsaXNoZXIy MjUzMjc=