Nivoz Jaarverslag 2019

39 • • • Ik herinner me een moment uit de trajecten. Ik hoor en zie een van de deelne­ mers sputteren en hij lijkt wat rood in zijn gezicht te worden. ‘Want ja, pfff, dat gediscussieer de hele tijd… Soms moet er ook gewoon echt iets gebeu­ ren en niet zo maar de discus­ sie voeren om de discussie, dat is gewoon niks voor mij... ’ Ik zeg niets en ga iets meer achterover zitten. In een bijna onsamenhangend betoog loopt de druk steeds verder op. Het is mij in ieder geval duide­ lijk dat hij zijn ongemak niet meer kan en misschien wel wil bedwingen, terwijl dat tot op heden wel gelukt was. Ik dwing mezelf steeds meer achterover te gaan, hij beweegt van voor naar achter en draaiend op zijn stoel. Ondertussen zoekt hij steeds zeer kort de blik van alle mensen in de ruimte, ook van die van mij. Ik merk dat ik strak naar hem heb gekeken als ik voor het eerst in zo’n 30 seconden naar de rest kijk. Iedereen kijkt naar hem en we zijn allemaal stil. Ik kijk weer naar hem en ben aan het knikken. Het lijkt alsof het ventiel eindelijk open is en dat de druk eraf mag en dat lijkt iedereen te beseffen, niemand reageert vooralsnog inhoude­ lijk op zijn opmerkingen. ‘En als jullie het hebben over je kinderen en je partners en wat daar allemaal bij komt kijken, dan denk ik gewoon… ja… dan weet ik gewoon dat dat bij mij niet zo is, of wel, maar dat dat niet kan ofzo.’ Iedereen laat hem nog steeds gaan, alsof we samen hebben afgesproken dat dat het beste is en dat er dan als vanzelf een moment komt dat het betoog ophoudt, dat zijn ongemak er echt mag zijn, ook van hem­ zelf. En steeds meer neemt de druk af, terwijl het wel steeds warmer voelt in dit hok. Een collega moedigt hem aan. Ze refereert aan een eerder gesprek dat zij op die dag had­ den en vraagt hem daarover ook iets te delen met de rest. Nu springt ook een andere col­ lega bij en hij zegt: ‘Ik wil je ook leren kennen, ik heb tot nu toe het gevoel gehad dat ik je niet mocht leren kennen’. ‘Ja, en ik vertel dus niet dat ik al meer dan 10 jaar een prach­ tige relatie met mijn vriend heb, omdat… dat kan niet, omdat sommige studenten daar niet normaal op kunnen reageren, denk ik… ‘ Hij stopt met praten en ver­ stopt zijn gezicht in zijn han­ den en de tranen komen. Dan pas wordt het echt stil. En na een tiental seconden volgt collega drie: ‘Als één iemand in ons team zich zo voelt, dan is dat onacceptabel.’ • • • Martijn Galjé Laten kennen

RkJQdWJsaXNoZXIy MjUzMjc=