Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Weiner en Dweck en de attributietheorie: 'Waarom sommigen leerlingen een mislukking ombuigen tot een leerervaring en anderen de moed verliezen'

26 december 2014

In de 'Pedagogische Canon’ vindt u een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. Via kernbegrippen, definities en eerder gepubliceerd werk trachten we de essentie te vatten.  In deze aflevering  Carol Dweck en Bernhard Weiner en de attributietheorie. Ofwel: 'Waarom sommigen leerlingen een mislukking ombuigen tot een leerervaring en anderen de moed verliezen.'

Carol S. Dweck (1946) is professor psychologie aan Stanford-universiteit. Zij doceerde aan de Columbia-universiteit, Harvard-universiteit, en de Universiteit van Illinois te Urbana-Champaign voordat zij in 2004 toetrad tot de faculteit van Stanford. Ook Bernard Weiner (1935) is sociaal psycholoog.

Attributietheorie

De attributietheorie helpt te begrijpen hoe leerlingen kunnen denken over hun eigen succes of falen en hoe sommigen leerlingen het lukt om een mislukking om te buigen tot een leerervaring en andere leerlingen de moed verliezen.

Waarom gebeurt mij dit?
Volgens de Amerikaanse psycholoog Weiner heeft elke persoon de neiging naar oorzaken te zoeken wanneer iemand zich geconfronteerd ziet met een gebeurtenis gevolgd door een onverwacht of negatief resultaat. De waarom-vraag is een algemeen menselijke behoefte om te begrijpen wat er om ons heen gebeurt en zo greep te krijgen op onszelf en op onze omgeving. De oorzakelijke toeschrijving (= attributie) helpen je vervolgens om beter te begrijpen wat er gebeurde om het in de toekomst anders aan te pakken en hebben een effect op jouw gemoedstoestand, zelfvertrouwen, gedrag en verwerking voor de toekomst. Die oorzaken, die iemand toeschrijft aan een bepaalde situatie, zijn een kwestie van persoonlijke perceptie.

Attributies en toekomstig gedrag
De behoefte om te attribueren is de belangrijkste motivator voor hoe we ons voelen en gedragen. De nadruk op kennis, weten en analyseren maakt dat de attributietheorie behoort tot het domein van de cognitieve motivatiepsychologie. Weiner heeft mogelijke attributies in drie dimensies geplaatst:

  • Internaliteit (locus)
  • Beheersbaarheid
  • Stabiliteit: de oorzaak is onveranderlijk stabiel

Bernard Weiner

Elk van die dimensies zegt iets fundamenteels hoe een persoon over oorzaken van een problematische gebeurtenis oordeelt. Daarmee zijn volgens de attributietheorie uitspraken te doen over hoe die persoon emotioneel zal reageren, over zijn verwachtingen van dezelfde toekomstige situaties en hoe deze persoon gemotiveerd zal zijn/blijven.

Suggesties voor leraren

  • vraag je systematisch af welke oorzaken aan een onverwacht/ negatief resultaat ten grondslag kunnen liggen.
  • wees niet te snel met oordelen en voorkom vooroordelen.
  • benader de leerling met positieve verwachtingen en biedt vertrouwen dat ze in staat zijn de stof te kunnen begrijpen.
  • geef serieuze, eerlijke en relevante feedback die verwijst naar factoren waaraan leerlingen iets kunnen veranderen.

Persoonsgebonden attributiestijlen
De attributietheorie van B. Weiner is gebouwd op het idee dat er algemene principes te vinden zijn aan de hand waarvan mensen oorzaken voor problemen zoeken.
O.a. Seligman en Peterson ontdekten dat individuele verschillen tussen mensen invloed hebben op hoe ze denken over oorzaken van hun succes of falen. Bij een experiment blijkt dat honden met negatieve ervaringen, zonder controle van de honden zelf, zich passief en hulpeloos gedragen en dat ook blijven doen in situaties waarin ze wel controle hebben. Dat wordt ‘aangeleerde hulpeloosheid’ genoemd. Andere honden raakten dat hulpeloze gedrag wel kwijt. Ook bij mensen ontdekten onderzoekers soortgelijke resultaten. Dat wordt ‘aangeleerd optimisme’ genoemd. De conclusie is dat er dus ook persoonsgebonden attributiestijlen bestaan: een optimistische of een pessimistische stijl.

Dweck en de 'aangeleerde hulpeloosheid'

De sociaal psychologe Carol Dweck begint haar werk bij de attributietheorie en de ‘aangeleerde hulpeloosheid’. Ze doet onderzoek naar de vraag in hoeverre kinderen geleerd kan worden om toeschrijvingen, die een negatieve impact hebben, om te buigen naar attributies die meer beheersbaar en veranderlijk zijn. Dweck zoekt naar de dynamiek achter dat moment van attribueren en komt uit bij het concept van de zelfbeeld-theorieën.

Growth mindset
Haar onderzoek wijst uit dat mensen twee diametraal verschillende zelfbeelden over zichzelf kunnen hebben. Persoonlijke eigenschappen zijn nagenoeg stabiel, vaststaand en onveranderlijk (entiteit-theorie). Persoonlijke kwaliteiten zijn plooibaar en kneedbaar (groeitheorie). De fundamentele keuze die mensen maken en terug te voeren zijn op één van deze twee theorieën leveren enorme verschillen op voor de wijze waarop mensen omgaan met uitdagingen, tegenslag, leersituaties en motivatie.

Onderzoek wijst uit dat een prestatie het doel is voor kinderen die de entiteit-theorie aanhangen.

Voor de kinderen van de groeitheorie is leren het doel: zij hoeven niet het gevoel te hebben dat ze ergens al goed in zijn om te volharden en te blijven proberen. Hun doel is immers te leren, niet om te bewijzen dat ze slim zijn. Leren wordt dan een feest en elk stapje in het leerproces een uitdaging.
Dweck heeft tevens ontdekt dat iemand die gelooft in de entiteitstheorie te veranderen is in iemand die gelooft in de groeitheorie door de persoon te confronteren met een alternatief voor zijn zelfbeeld-theorie.

Suggesties om het zelfbeeld te bevorderen:

  • Spreek kinderen zoveel mogelijk aan vanuit de groeitheorie. Richt de feedback op het proces en complimenteer de inspanning of de leerstrategie.
  • Leer kinderen dat het leuk is een uitdaging aan te gaan en te zoeken naar passende leer strategieën.
  • Breng kinderen liefde voor het leren bij.

Geraadpleegde bronnen

Meer weten?

 

NB. NIVOZ heeft niet de illusie met deze canonbijdrage volledig en compleet te zijn. Het is geschreven om de aandacht en interesse te prikkelen bij leraren, schoolleiders en andere geïnteresseerden. Voor sommige zal het gaan om een eerste kennismaking; voor anderen aanleiding zijn om zich verder te verdiepen. We verwijzen daarvoor naar andere bronnen, zoals onder meer naar het boek Grote pedagogen in klein bestek (SWP), de website van Expoo en het erfgoed van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG). 




     

 

 

 

 

 

 
 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief